Ja beste mensen, we zitten warempel in de drukste week van het hoogseizoen. Hoogtijdagen! Normaal is het nu heel druk, maar nu is het zelfs kolkend druk, want we beleven fraai strandweer. Dus de bootjes blijven maar komen en blijven maar komen, tegen beter weten in want men weet (via de Brandaris) dat de haven elke dag vol is. Ze hopen dan op een gunstige wissel en nemen het urenlange wachten voor de haven voor lief.
We liggen dus overvol momenteel, en door die loeiende drukte (zoals ik in de vorige blog al aangaf) komen wij dus nauwelijks meer toe aan die persoonlijke benadering van de havengasten, zoals wij graag willen. Het is gewoon te massaal deze tijd. Jammer….. We werken ons drie keer een slag in de rondte om het allemaal soepel te laten verlopen en gelukkig lukt dat tot nu toe, maar het kost wel de nodige zweetdruppels. Neem nou alleen al die telefoon. We hebben één vaste en drie aan elkaar gekoppelde mobieltjes. Vanaf 7 uur ’s ochtends beginnen ze al te bellen of ze die dag de haven in kunnen. Vervolgens wordt er continu gebeld tot 11 uur ’s avonds. We kunnen err momenteel wel een callcenter op zetten, want het loopt ons hopeloos over. Nee, de telefoontjes kunnen wij nauwelijks aan. We beantwoorden ze zoveel mogelijk natuurlijk, maar alles en iedereen lijkt ons te bellen. Met allemaal dezelfde vraag: maak ik een kans vandaag of morgen. Wij zeggen dan maar steeds: luister naar kanaal 2, de Brandaris. Als de Brandaris doorgeeft dat we vol zitten, dan hoeft u het eigenlijk niet te proberen. Het verbaast ons dan nog steeds dat ze het toch maar altijd proberen, tegen beter weten in. Met als gevolg dat we overspoeld raken. Het lijkt wel of alles wat vaart in Nederland naar Vlie komt. En dat is natuurlijk aan de ene kant heel goed,
Maar goed, tot nu toe zitten we dus elke dag dik vol en de verwachting is dat het tot half augustus zo doorgaat. Vanaf 17 augustus beginnen de basisscholen van het noorden weer en dan krijgen we weer een beetje adem, althans, daar gaan we van uit. Gelukkig maar, want momenteel hebben we een heel dorp in de haven liggen, een man of 1000 minimaal en die gebruiken allemaal voorzieningen, en dat gaat soms niet vlekkeloos dus wij rennen ook de hele dag om storingen op te lossen. Het douchegebeuren bv. is een drama, gooien ze er muntjes in er er komt geen water. Heel jammer, maar dat wordt pas in het najaar opgelost. Hoofdstuk Kinderziektes, het is allemaal nieuw, het heeft niet echt de tijd gehad om goed te kunnen proefdraaien. En zo zijn er meer dingen. Affijn, hebben ze van de winter ook weer wat te doen, toch?
Maar om even op de drukte terug te komen: eigenlijk kunnen we nu al zeggen dat wij een superseizoen draaien, volgens mij nog beter dan de topper van 2003 (toen was het vanaf de Paas tot september mooi weer). Want ga maar na: Pasen – 200 boten. Meivakantie – vol. Pinksteren; vol. Juni: 200-250 boten. En het hoogseizoen dus elke dag vol. Om in te lijsten, toch? Ons penningmeester loopt elke dag met een big smile rond…
En ook restaurant De Dining naast het havenkantoor loopt als een tierelier, elke avond volle bak. De kleine Coxf6p beneden ons heeft ook geen reden tot klagen. Kortom: het gaat erg goed. Het merendeel van de gasten is erg tevreden met de nieuwe haven en het gebouw. Ook krijgen we opbouwende kritiek, en dat noteren we en gaan daar na het seizoen mee verder.
Op het eiland zijn er nu zo’n 6000 gasten. Camping vol, haven vol, hotels vol, huisjes vol. Ik heb momenteel mijn schoonfamilie over, nog nooit op Vlieland geweest. Ze weten niet wat ze meemaken. ‘Is dit wel Nederland’. Ja, ik heb ze het hele eiland laten zien, van de noordoosthoek tot aan het puntje van de hors. (Alleen de Kroon’s Polders overgeslagen vanwege de vossen). Ze vinden het geweldig. ECHT rust en ruimte. En die 6000 gasten dan? Ja, je snapt het niet, maar die zitten massaal in en rond het dorp. Op de camping en de jachthaven. Ze blijven op hun plek, hoe vreemd het ook klinkt. ’t Zijn kuddedieren, en eigenlijk is dat maar goed ook, want even ten westen van het dorp waan je je alleen. Complete rust, complete ruimte. Daar adverteert de VVV al 30 jaar mee en het klopt. Vlieland is een eiland voor de gemoedelijke rustzoeker en natuurliefhebber, ik denk dat iedereen het daar wel over eens is. En dat moeten we echt zo blijven houden. Maar tot mijn grote ontsteltenis zijn er mensen met invloed die dat willen veranderen. Die willen er een dependence van Terschelling van maken, daar komt het wel op neer. Ik heb het dus over dat festival van 4 – 6 september. Into the Great Wide Open ofzo. Popmuziek voor alle leeftijden zeggen ze, nou , ik ken niet een van de bands, nooit van gehoord. DJ dit, hiphop dat, nou, ik weet genoeg. ‘Beeldende kunst’…dan weet je het helemaal: dit wordt Oerol-2 mensen! Op Vlieland! Er zijn dus mensen die niet begrijpen dat zo’n alternatief festival hier niet thuishoort. En het meest vreemde is: geen weerklank te horen van de toeristische instanties. Rust en Ruimte…. Nou, niks rust! Herrie! Ruimte? Daar komt zogenaamde beeldende kunst voor in de plaats. Oerolkunst en dan nog zwaar gesubsidieerd ook. Het kost ons dus ook nog geld. En mij is niets gevraagd.
Nee, hier wordt op een gigantische manier de plank misgeslagen. Hier komt, hoe je het ook wendt of keert, een soort Oerolfestival. Oerol! Op Vlieland! Hou toch op. En volgend jaar weer, en daarna – wegens geweldig succes, weer. En dan maken ze er een week van. Dan twee weken. Een hoop herrie en het trekt het verkeerde publiek. NIET de rustzoekers en natuurgenieters. Nee, die kiezen de volgende keer voor Ameland of Schiermonnikoog.
Ja, sommige dingen…je kan er met je hoofd niet bij soms.
Zat ik laatst aan de balie havengeld af te rekenen, staat er ineens een soort van Neanderthaler voor me neus! Ongewassen, ontbloot behaard bovenlijf, ik schrok me een aap. En ik ben aardig getraind in het herkennen van soorten, zoals rode broeken, captains of industry, bouwvakkers, wanbetalers en vooral bruine vlootschippers, die herken je helemaal vanaf een kilometer. Kan niet missen. Ongeschoren, onverzorgde haardos, bruinrode huid, door weer en wind getekend.
Maar dit soort was nieuw. Ik denken en denken…en ja, toen dacht ik dat ik het wist. Ik zou zweren dat het een Oerol-type was. Deze zou daar niet opvallen. Gaandeweg het gesprek werd mijn redenatie bevestigd. Inderdaad…wat ie wilde? Hij vroeg of ie gigantische konijnenoren mocht plaatsen op het haventerrein, goed zichtbaar als de veerboot langs vaart. En dat gedurende het zojuist genoemde festival. Ik was compleet verbouwereerd, waar zijn ze hier toch mee bezig?? Wat gebeurt hier, wat doen ze toch met mijn eilandje… Het lijkt wel of we langzaam geannexeerd worden en niemand doet er wat aan.
Maar goed, die holbewoner is teruggewezen, dat begrijpt u wel. Ga toch heen zeg. Konijnenoren, het moet niet gekker worden hier…
Tja, we hopen er maar het beste van. Misschien zie ik spoken en valt het wel mee. Konijnenoren…pfff…
Ik was dus vrij vanwege de komst van mijn visite en was aldus vermomd als badgast. Zo togen we naar de haven – ik moet toch laten zien wat mijn werkgebied is – en het was LEUK!!! Want aan de ene kant werd ik niet herkend door de gasten en normaal wordt je na één stap aangehouden. ‘He havenmeester, ik lig daar en daar en nou zie ik dat er een plekkie is vrijgekomen, zou ik..’ Zulke dingen. En nu kon ik rustig doorlopen. En aan de andere kant kon ik bekijken hoe een gast het ervaart, door zélf een gast te spelen. Nou, ik moet zeggen, die mensen van de haven hebben het prima voor mekaar. Mooie steigers en dat gebouw is super! Echt heel goed! Lekker ijssie gekocht (ook voor het eerst) en wat rondgekuierd met de family. In plaats van snel-snel de haven in en constant in gesprek zijn.
Nee, heerlijk.
Op dit soort dagen ervaar je wat een zeldzaam mooi eiland we hebben. Dat moeten we echt koesteren.
Genoeg daarover.
En dan is het nu tijd voor de photootjes!
Kijk toch eens hoe gigantisch druk het op de boot is.
Velen vinden een ankerplaats achter het dorp.

Het dagelijkse rijtje voor de haven.
We proberen toch zoveel mogelijk boten binnen te laten. (Zeehondjes op de zandplaat, goed kijken).
Hier krijg je een idee hoe vol het is.
Daar bij de brug heb je gigantisch veel fietsen staan, de ambulance kan er zo niet door. En dat terwijl er nauwelijks fietsen staan aan het fietsenrek verderop. Wat zijn ze toch lui en gemakzuchtig… (het heeft geen zin om je erover op te winden)…

En gisteravond lager er wel 80, zei de vuurtorenwachter.
Als je het helemaal niet meer ziet zitten, kan je altijd nog naar de Torenvijver lopen. Daar kom je gegarandeerd tot rust.

Wat hebben we toch mooie plekjes. (Waar zijn toch die 6000 badgasten?)
Okee, was ‘m weer.
Tot de volgende!